2.5 Liquide middelen
Het saldo van de liquide middelen bestaat uit volgende onderdelen:
(bedragen x € 1.000) | 31-12-2022 | 31-12-2023 |
---|---|---|
Kassaldi | 1 | 8 |
Bank- en girosaldi | 4.881 | 3.478 |
Totaal | 4.882 | 3.486 |
Schatkistbankieren
Decentrale overheden zijn verplicht om geld wat over is tijdelijk te storten in de schatkist bij het Ministerie van Financiën.
Op het moment dat we het geld nodig hebben nemen we dit weer op.
Hierbij is sprake van een drempelwaarde: bedragen onder deze waarde mogen we buiten de schatkist houden.
De drempelwaarde is 2% van het begrotingstotaal: € 2.892.000.
In de tabel staan de bedragen die we buiten de schatkist hielden. Daaruit blijkt dat we de drempelwaarde in 2023 niet overschreden.
(bedragen x € 1.000) | 31-12-2023 |
---|---|
1e kwartaal | 992 |
2e kwartaal | 894 |
3e kwartaal | 1.166 |
4e kwartaal | 1.088 |